Autorisatieniveau 2.1
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken (voordeel € 78 duizend, bestaat uit hogere lasten € 1,06 miljoen en hogere baten € 1,14 miljoen).
Hier volgt de toelichting op de belangrijkste verschillen:
De hogere baten worden verklaard vanuit het feit dat de toegekende middelen vanuit de Specifieke Uitkering Stimulering Sport (SPUK) regeling Nationaal Programma Onderwijs (NPO) niet begroot zijn. Dit in combinatie met hogere toegekende middelen dan begroot voor het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB). Hiertegenover staan niet begrote lasten van dezelfde omvang welke voortvloeien uit het uitvoeren van de regelingen NPO en OAB. Deze afwijkingen zijn resultaat neutraal. Het positieve saldo van € 78 duizend wordt met name verklaard door een 2-tal zaken. Aan de ene kant is er sprake van hogere uitgaven aan het leerlingenvervoer van € 97 duizend, daartegenover staan lagere uitgaven aan de peuterspeelzalen van € 153 duizend. Dat laatste wordt verklaard doordat een deel van de activiteiten via de specifieke uitkering Onderwijsachterstandenbeleid is verantwoord en daarmee voor vergoeding vanuit de SPUK in aanmerking komt.
5.2 Sportaccommodaties (voordeel € 193 duizend, bestaat uit lagere lasten € 190 duizend en hogere baten € 3 duizend).
Hier volgt de toelichting op de belangrijkste verschillen:
Op dit onderdeel worden de doorbelaste personele lasten en overheadkosten voor het zwembad verantwoord. Deze zijn € 190 duizend lager dan begroot. De directe kosten van het zwembad zijn bij programma 5 opgenomen.
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel € 1,28 miljoen, bestaat uit lagere lasten € 726 duizend en hogere baten € 549 duizend).
Hier volgt de toelichting op de belangrijkste verschillen:
Preventieve voorzieningen/trainingen jeugd - Jeugd- en jongerenwerk
Op dit onderdeel is een onderschrijding van circa € 345 duizend. Dit wordt met name verklaard door lagere lasten dan begroot.
- Jongerenwerk: er is sprake van een onderschrijding op het Jongerenwerk van circa € 144 duizend. Dit wordt deels verklaard door lagere personele doorbelastingen, welke met name een technische oorzaak hebben (zie onderdeel toelichting kostenverdeling) en doordat de budgetoverheveling van coronamiddelen van € 59 duizend nog niet uitgenut zijn. 2022 is gebruikt om in gesprek te gaan met jongeren en te kijken waar hun behoeftes liggen. Hieruit is onder andere gebleken dat er behoefte is aan een extra Jongerenontmoetingsplek (JOP) in IJmuiden. Hiertoe is een bestedingsvoorstel in gediend om dit in 2023 gerealiseerd te krijgen.
- Preventieve voorzieningen: er is sprake van een onderschrijding op de preventieve voorzieningen van circa € 199 duizend. Dit wordt enerzijds verklaard door een restant op de budgetoverheveling coronamiddelen voor preventie Jeugd. Dit restant bedraagt circa € 139 duizend en wordt verklaard doordat 2022 vooral gebruikt is als pilotjaar voor een aantal preventieve voorzieningen. Bedoeling is om deze pilots door te zetten in 2023, daartoe is ook een bestedingsvoorstel ingediend voor deze middelen. Vanaf 2024 worden er structurele middelen gevraagd voor deze pilots. Het overige deel van de onderschrijding wordt met name verklaard doordat de kosten voor de pilot Kinderwerken per abuis in 2021 volledig zijn meegenomen, terwijl deze betrekking hadden op 2022.
Innovatiebudget
In 2022 is € 355 duizend beschikbaar gesteld voor pilots en projecten binnen Samenleving in de vorm van een innovatiebudget. In 2022 is er totaal € 297 duizend besteed aan verschillende innovatieve projecten op het gebied van armoede, sociaal wijkteams, jeugd en praktijkondersteuning huisartsenzorg. Het saldo van € 58 duizend wordt niet onttrokken aan de reserve Sociaal domein (zie mutaties reserves).
Fonds sociaal cultureel infrastructuur
In het afgelopen jaar zijn de vrijgegeven middelen voornamelijk ten behoeve van de planvorming ten aanzien van de MFA Velserbroek en de Stadsschouwburg ingezet. Ten aanzien van de Stadsschouwburg geldt dat de raad op 24 november heeft besloten dit project definitief uit te laten voeren. Er is gekozen voor renovatie en nieuwbouw op de huidige locatie. Hiervoor wordt in 2023 een projectadministratie opgezet. Dat geldt ook voor de MFA Velserbroek waar de raad op 22 december positief over heeft besloten.
Er is in 2022 daarnaast ook voorwerk verricht voor de MFA IJmuiden en voor het Huis in de Wijk in Zeewijk (buurthuis De Dwarsligger) dat gevormd gaat worden. De planvorming hiervan loopt door in 2023.
Omdat bij het project Maatschappelijk Vastgoed de projectonderdelen over de jaarschijven doorlopen is het mogelijk dat niet alle beschikbaar gestelde middelen volledig worden uitgegeven in een bepaalde jaarschijf. Het op dit moment resterende budget van € 73 duizend is hard nodig voor de inzet in 2023 en verder.
Wmo Collectief vervoer en ontmoetingsactiviteiten Volwassenen
Net als vorig jaar is er naar het collectief vervoer en de ontmoetingsactiviteiten voor volwassenen minder vraag geweest. Op het totale budget van bijna € 3 miljoen is € 300 duizend minder uitgegeven.
De verschuiving naar het onderdeel Wmo-dagbesteding maatwerkvoorzieningen is ook dit jaar zichtbaar, waardoor daar een nadeel is ontstaan (zie taakveld 6.6 en 6.71).
Statushouders
Het budget voor statushouders is in de begroting opgenomen met bedragen voor de invoering van de nieuwe Wet inburgering. Doordat er geen geschikte aanbieder beschikbaar was voor de juiste onderwijsbegeleiding en ondersteuning in 2022 nog minder uitgegeven dan aan middelen beschikbaar is vanuit het Rijk. Dit heeft geleid tot minder bestedingen van € 350 duizend op dit product. Via de resultaatbestemming wordt dan ook voorgesteld om de resterende middelen toe te voegen aan de reserve statushouders omdat de uitgaven in 2023 alsnog uitgegeven zullen worden.
Noodopvang Oekraïners
De uitgaven voor de noodopvang worden op dit taakveld verantwoord. De uitgaven zijn bij de 1e Bestuursrapportage opgenomen voor € 1,7 miljoen; De werkelijke uitgaven in 2022 zijn circa € 2,2 miljoen geweest. Deze kosten kunnen bij het Rijk worden gedeclareerd; de inkomsten worden bij de Algemene middelen bij programma 5 verantwoord.
Accommodaties
Voor groot onderhoud aan gebouwen is € 100 duizend niet besteed vanwege langere doorlooptijd in verband met vergunningsplicht. De werkzaamheden voor het groot onderhoud worden betaald uit de voorziening onderhoud gebouwen en worden daarmee door de jaren heen gespreid.
In programma 5 wordt de voorziening nader toegelicht.
6.2 Wijkteams (nadeel € 105 duizend, bestaat uit hogere lasten € 105 duizend).
Hier volgt de toelichting op de belangrijkste verschillen:
Wijkteams
Voor de integrale toegang van de wijkteams en het aanstellen van een kwartiermaker zijn extra kosten gemaakt, die worden gedekt uit het innovatiebudget (zie hiervoor). Tevens zijn er nieuwe middelen vanuit het Rijk beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van de wijkteams. Deze middelen konden nog niet worden uitgegeven in 2022 en worden via het voorstel tot overheveling van budgetten meegenomen naar 2023. Per saldo is er een voordeel van € 45 duizend op dit product.
Toegang Jeugdhulp
De kosten voor toegang Jeugdhulp zijn circa € 150 duizend hoger dan begroot. Dit wordt verklaard door een hogere bijdrage aan het CJG dan waar in de begroting vanuit is gegaan (circa € 60 duizend nadelig). Verder zijn de kosten voor de praktijkondersteuners (POH’s) vanuit dit budget betaald. Hoewel dit op deze plek leidt tot een nadelig effect van € 55 duizend, worden de kosten gedekt vanuit het innovatiebudget vanuit de reserve Sociaal domein. Ook is er een eenmalige projectsubsidie verstrekt van € 30 duizend.
7.1 Volksgezondheid (nadeel € 97 duizend, bestaat uit hogere lasten € 82 duizend en lagere baten € 15 duizend).
Hier volgt de toelichting op de belangrijkste verschillen:
Dit wordt met name verklaard door hogere lasten. Zo is er sprake van een overschrijding in de lasten van circa € 50 duizend in de preventieve algemene activiteiten, door een hogere inwonersbijdrage dan begroot aan de GGD. Daarnaast is er sprake van een overschrijding in de lasten van circa € 55 duizend in de Jeugdgezondheidszorg. Overigens wordt de bijdrage aan de Jeugdgezondheidszorg vanuit verschillende taakvelden bekostigd. Over de hele linie is er voldoende dekking voor de Jeugdgezondheidszorg.