Autorisatieniveau 3.4
5.3 Culturele presentatie, productie en participatie (nadeel € 76 duizend, bestaat uit hogere lasten € 76 duizend).
Hier volgt de toelichting op de belangrijkste verschillen:
De grootste verklaring zit hem in het feit dat de personele doorbelastingen op deze activiteit hebben geleidt tot een overschrijding van € 159 duizend (zie algemene toelichting kostenverdeling). Daartegenover staat een positief resultaat bij de amateurkunst van € 96 duizend, wat met name verklaard wordt, doordat er in de nasleep van corona minder activiteiten zijn uitgevoerd en voorstellingen niet zijn doorgegaan. De ambitie is om de amateurkunst in 2023 weer terug te brengen op het oude niveau.
5.5 Cultureel erfgoed (voordeel € 147 duizend, bestaat uit lagere lasten € 147 duizend).
Hier volgt de toelichting op de belangrijkste verschillen:
In de Begroting 2022 is een budget beschikbaar gesteld voor archeologische deskundigheid in ruimtelijke ordening. De uitgaven hiervoor zijn verantwoord onder taakveld 8.3 in programma Burger en Bestuur. Dit leidt op dit taakveld tot lagere lasten van € 115 duizend.